De zonnekoninkjes, zo noem ik ze altijd. Ze bloeien weer volop, maken me vrolijk en ze zijn nog gezond ook. Als de zon schijnt en de mooie geopende paardenbloemen lachen me toe, dan pluk ik 365 bloemen. Voor elke dag één en daar maak ik dan een heerlijke jam van. Het is al een oud recept uit mijn favoriete boek ‘Feestelijk koken met onkruid’ van Danielle Houbrechts.
Wil je deze jam ook maken, dan is hier het recept: knip de steeltjes van de paardenbloemen. Snij twee sinaasappels en twee citroenen in stukken en laat alles heel zachtjes koken in 1,5 liter water. Daarna zeef je het mengsel. Druk het mengsel daarbij heel goed uit. Kook een liter van het vocht met 500 gram geleisuiker speciaal. Doe het daarna in de potten en laat het afkoelen. De jam proeft een beetje naar marmelade en is heerlijk op pannenkoeken en geroosterd brood. Wat ik zo mooi vind aan de paardenbloem is dat de bloem staat voor de stralende zon, de pluizenbol voor de volle maan en de losse zaadpluizen voor de sterren. Om deze essentie van de paardenbloem vast te leggen heb ik bedacht om ze in textielverf te dompelen en daarmee 365 keer te stempelen op een oud laken. Het laken is van prachtig oud katoen en heeft een hele mooie, geweven uitstraling. Als we dan buiten een geroosterd broodje met paardenbloemenjam gaan eten op dit prachtige tafellaken, dan is mijn wabi-sabi credo weer rond. Zo maak je namelijk van niets iets.